Door het huidig systeem verlaat je als jongvolwassene het leerplichtonderwijs met uitsluitend kennis van de eigen levensbeschouwing. Het gebeurt nauwelijks dat een leerling, althans in het de officiële scholen, de overstap maakt van het ene levensbeschouwelijk vak naar het andere – tenzij dan bij de overgang van lager naar secundair onderwijs. Waarom is het een uitzondering dat een leerling het ene jaar kiest voor katholieke godsdienst om het andere jaar aan te sluiten bij niet-confessionele zedenleer?