#metoo: slaat de slinger echt door? - Ann Brusseel

#metoo: slaat de slinger echt door? - Ann Brusseel

“God is duidelijk geen feminist” schreef Sue Lloyd-Roberts in De Wereldwijde Oorlog tegen Vrouwen. In haar boek maakte ze duidelijk dat vrouwen overal ter wereld mishandeld, misbruikt en onderdrukt worden en dat geweld tegen vrouwen een probleem van alle landen is. Het boek maakt ook duidelijk dat het vaak ouders, moeders, zijn die meewerken aan de instandhouding van geweld tegen meisjes en vrouwen, vaak omwille van tradities, omwille van familie-eer. Waar bepaalde praktijken zoals uithuwelijken op jonge leeftijd en genitale verminking de norm zijn, is er nog een lange weg te gaan om het geweld en de uitbuiting doeltreffend aan te pakken. Maar ook in Westerse landen is de situatie van vrouwen niet steeds wat ze zou moeten zijn. Voor sommige mensen volstaat de vergelijking tussen de gruwel van landen als Afghanistan of Nigeria en de situatie van vrouwen in het ‘rijke Westen’ om de vragen van vrouwenrechtengroeperingen in ons land van tafel te vegen. “Hier is er eigenlijk geen reden tot klagen,” hoor ik regelmatig. Telkens de loonkloof of discriminatie aangekaart worden door de Vrouwenraad, komen er tal van reacties, gaande van een beleefde minimalisering van het gegeven tot de complete ontkenning met nog een aantal sneren aan het adres van de ‘verzuurde feministes’. Dit is intellectueel oneerlijk.

Wanneer dan plots massaal getuigenissen opduiken over grensoverschrijdend gedrag, is de schok redelijk groot. Een twitterstorm met de hashtag ‘me too’ (#metoo) is blijkbaar minder gemakkelijk onder de mat te vegen dan lijvige rapporten over intra-familiaal geweld, of armoede bij alleenstaande vrouwen. Dan blijkt plots dat heel wat mensen geconfronteerd worden met uiteenlopende vormen van seksisme. De vele getuigenissen op sociale media, in de pers en op televisie zijn een pak minder anoniem en emotioneler dan de onderzoeksrapporten van academici of van het Centrum voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen. Bovendien ging de discussie recent over het gedrag van bekende personen met een zekere status, waardoor het #metoo-debat snel naar de kern van het probleem ging: machtsmisbruik van mannen om seksuele handelingen te kunnen afdwingen. Denk maar aan de gevallen Harvey Weinstein, Bart De Pauw, John Lasseter of Kevin Spacey, die misbruik maakten van hun roem en invloed in de filmindustrie of showbizz. Zelfs NGO’s die veel vertrouwen genieten kwamen in opspraak doordat hun werknemers misbruik hebben gemaakt van de zwakke positie van vrouwen in ontwikkelingslanden, zoals Oxfam en Artsen Zonder Grenzen.

De #metoo beweging heeft alvast één verdienste: het debat wordt ondertussen overal gevoerd, in elke sector, niet alleen in de media. Helaas horen we nu steeds vaker dat de slinger doorgeslagen is. Eén van de grootste dooddoeners is wel: “Wat mogen we nog zeggen? Ik durf niks meer.” Het antwoord is nochtans vrij eenvoudig. Met beleefdheid kom je al heel ver. En als je echt twijfelt, kan je ook gewoon zwijgen. Onlangs legde ik het zo aan mijn vierjarige dochter uit: “Als iemand geen kusje of knuffel wil, dan geef je er geen. En als jij van iemand geen kusje of knuffel wil krijgen, dan moet je dat ook gewoon zeggen, want je moet dat nooit tegen je zin doen, kussen of knuffelen.” In het leven en de taal van volwassenen schuilt uiteraard veel meer subtiliteit en dubbelzinnigheid, maar een definitie van grensoverschrijdend gedrag bestaat wel degelijk en je hebt geen doctoraat in de wijsbegeerte nodig om er iets mee aan te vangen in je relaties, privé of op het werk. Grensoverschrijdend gedrag doet zich voor wanneer bewust iemands persoonlijke grens wordt overschreden, hetzij verbaal, hetzij non-verbaal. Dit is inderdaad in zekere mate subjectief, maar dat belet niet dat er toch al vrij grote eensgezindheid bestaat over wat sociaal aanvaardbaar gedrag is en wat eerder ongepast is.

Mensen weten meestal zeer goed wanneer ze een seksueel getinte opmerking maken met een vette knipoog. Het is soms niet zo slecht bedoeld. Dan volstaat het om rustig te antwoorden dat het niet meteen jouw soort humor is, wat veel vrouwen niet durven. Ga er gerust vanuit dat sommigen te lijden hebben aan een gebrek aan creativiteit. Veel erger is het gesteld met degenen die het niet kunnen laten hun lusten en fantasieën te ventileren. Ze gaan er prat op dat ‘hun liefde voor de vrouwen’ nu eenmaal een belangrijk onderdeel van hun identiteit is. Het zijn diegenen die nu klagen over ‘de slinger die doorgeslagen is’ en ‘de nieuwe preutsheid’. Het gaat hier echter over mannen die wél weten dat ze over de grens gaan en ze permitteren het zich precies omdat ze macht hebben. Bij de ene gaat het over louter fysieke macht, bij andere over macht en aanzien op professioneel vlak. Dergelijk machtsmisbruik is onaanvaardbaar. Het gaat om mensen die je ondubbelzinnig moet wijzen op hun fouten en je moet hen de gevolgen ervan laten dragen.       

Grenzen aangeven is essentieel, zodat je bij grensoverschrijdend gedrag of seksuele intimidatie niet overmand door angst en onzekerheid de opmerking weglacht, of negeert. Slechts één signaal is duidelijk genoeg ten aanzien van mensen die hun macht misbruiken: een rustige en zelfzekere ‘neen’. Tonen dat je seksuele toespelingen en of intimidatie niet zal pikken, is gelukkig wel aan te leren. Vandaar ook het belang van goede relationele en seksuele vorming op school (en thuis). Daarom diende ik een conceptnota in die ik binnenkort verdedig in de commissie onderwijs van het Vlaams Parlement. Kennis maakt kinderen, jongeren en volwassenen weerbaarder: in staat om ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen. Bespreekbaarheid van seksueel gedrag, gelijkheid van man en vrouw, wederzijds respect voor persoonlijke en fysieke integriteit, zijn essentiële zaken die we eigenlijk met de paplepel mee moeten krijgen. Op elke leeftijd zijn ze immers zeer nuttig, kijk maar naar de Belgische statistieken inzake seksueel geweld.   

In 2016 kreeg het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling 1.466 meldingen van seksueel misbruik. De helft van deze meldingen ging over incest. Jongeren tussen 10 en 13 jaar zijn een kwetsbare groep. De meeste daders zijn bekenden van het slachtoffer. Belangrijk hierbij is niet te vergeten dat niet alle daders volwassenen zijn, ook jongeren, leeftijdsgenoten, plegen grensoverschrijdend gedrag. Wie niet durft praten, komt niet bij de hulpverlening terecht. In de politiestatistieken van 2016 vinden we 30 meldingen van verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag per dag. Volgens een recent onderzoek van The London Metropolitan University leiden slechts 4 op de 100 Belgische dossiers van verkrachtingen tot een effectieve veroordeling. België behoort zo tot de zeven slechtst scorende Europese landen: 44% van de verkrachtingszaken worden geseponeerd zonder gevolg.

Er is wel degelijk een verband tussen seksisme als norm en het gedogen van grensoverschrijdend gedrag in alle gradaties. Dat is ingebakken in de culturele en maatschappelijke context. Bijgevolg, als men mij vraagt of de slinger doorgeslagen is wanneer er kritiek komt op pitspoezen en schaars geklede bloemenmeisjes, vind ik van niet. In een samenleving die het normaal vindt dat de mannelijke helden geflankeerd worden door pitspoezen die mooi zijn en zwijgen, dringt de boodschap van gendergelijkheid en wederzijds respect moeilijker door. Dat hoeft zelfs niet te verbazen. Wat mij betreft, hangt de slinger stilaan in het midden.

 

Ann Brusseel

De auteur is Vlaams parlementslid en senator voor Open Vld

Print Friendly and PDF
Hernando de Soto doctor honoris causa UGent

Hernando de Soto doctor honoris causa UGent

Liberalen en de Russische Revolutie - Patrick Van Schie

Liberalen en de Russische Revolutie - Patrick Van Schie