Kafka in Berlijn – Piet de Moor

Kafka in Berlijn – Piet de Moor

Op 3 juni 2024 werd de honderdste sterfdag van de Duitstalige schrijver Franz Kafka uitvoerig herdacht met films, documentaires op Arte, uitvoerige besprekingen in dag- en weekbladen, en een reeks heruitgaven van zijn boeken. In zowat elke betere boekhandel liggen zijn belangrijkste werken: De gedaanteverwisseling, Het proces en Het slot. Verder ook biografieën zoals Kafka. Schrijven voor zijn leven van Rüdiger Safranski, Mijn Kafka van Leo Frijda en de monumentale Duitstalige Kafka-trilogie van Reiner Stach. Daarin wordt steeds verwezen naar zijn moeizame verhouding met zijn autoritaire vader, zijn seksueel verlangen naar en relaties met verschillende vrouwen, zijn ambivalente houding tegenover de moderne samenleving, en vooral de longtuberculose die hem vanaf 1917 treft en hem lichamelijk en geestelijk uitput en waaraan hij uiteindelijk op jonge leeftijd sterft.   

Kafka wordt momenteel beschouwd als een van de belangrijkste schrijvers van de twintigste eeuw. Omschrijvingen als kafkaësk en kafkaiaans zijn geijkt in ons taalgebruik en worden wereldwijd gebruikt met betrekking tot een overmachtige overheid, een ondoorzichtige bureaucratie of de wirwar aan absurde regels die gewone burgers nauwelijks of niet begrijpen. Die grote aandacht en waardering voor Kafka is opmerkelijk, want honderd jaar geleden had de auteur niet zoveel succes. Een groot deel van zijn oeuvre, ook verhalen en romans die nog niet voltooid waren, werd pas postuum gepubliceerd door zijn goede vriend Max Brod – al was dat in feite tegen de wil in van Kafka die Brod gevraagd had zijn manuscripten te vernietigen. Toen de nazi’s in 1933 aan de macht kwamen, werd de woning van zijn laatste vriendin, de Joodse Dora Diamant bestormd door de Gestapo. Ze namen er zijn brieven, dagboeken en andere manuscripten in beslag. Waarschijnlijk zijn ze vernietigd, al duiken er nu en dan nog originele teksten van Kafka op.

Over zijn laatste levensjaar schreef de Vlaamse auteur Piet de Moor, die in Berlijn woont en werkt, het goed gedocumenteerde boek Met Kafka in Berlijn. Door zijn ziekte besloot Kafka om zijn leven te wijden aan de literatuur. In 1922 mocht hij omwille van zijn ziekte op vervroegd pensioen gaan en in september 1923 trok hij met zijn vriendin naar Berlijn. Met die stap van het kleinburgerlijke Oostenrijk naar de hoofdstad van Duitsland ‘gooit de veertigjarige Franz Kafka alle burgerlijke conventies overboord door in Berlijn ongetrouwd te gaan samenwonen met de vijftien jaar jongere Dora Diamant, zijn nieuwe Joodse vriendin,’ schrijft de Moor. Berlijn was toen in de greep van politiek geweld, massale werkloosheid, economische rampspoed, met de rampzalige inflatiegolf en enorme geldontwaarding tot gevolg. ‘Twee dagen voor zijn aankomst heeft de Reichsbank het eerste biljet met een waarde van één miljard mark uitgegeven,’ merkt de Moor op.

Waarom dan naar Berlijn? Waarschijnlijk om te ontsnappen aan de greep van zijn vader die als een dictator het leven van zijn gezin stuurde. Hermann Kafka was een Joods-rituele slager die zich opwerkte tot een succesvolle zakenman. Zijn zoon, Franz, studeerde rechten studeerde aan de universiteit van Praag en werkte in een verzekeringskantoor. Maar zijn grote passie was de literatuur tot ongenoegen van zijn vader die hem beschouwde als een nietsnut. De zoon had angst voor zijn vader en schreef hem een brief waarin hij zich schuldig voelde en zei dat hij niet in staat was om een normaal leven te leiden.[1] ‘Vader, mijn geschrijf ging over jou. Jij was voor mij de norm van alle dingen,’ is de wat dubbelzinnige uitleg die klinkt als een verontschuldiging. Franz stuurde de tekst niet naar zijn vader, maar naar zijn moeder die het echter niet wou doorgeven aan haar echtgenoot, misschien om hem niet kwader te maken tegenover hun zoon.

De Moor gaat ook dieper in op het alom gekende verhaal dat Dora net voor haar dood vertelde over haar vriend. Franz liep in de nazomer van 1923 door een park in Berlijn en ontmoette er een meisje dat huilde omdat ze haar pop kwijt was. Hij zei dat hij haar zou helpen zoeken. De volgende dag gaf hij het meisje een brief van de pop die zei dat het meisje niet moest huilen, omdat ze een reis rond de wereld maakte. Na verschillende dergelijke ontmoetingen waarbij hij steeds een nieuwe brief van de pop voorlas, kocht hij haar een andere. Het meisje zei dat dit niet haar pop was, maar Kafka troostte haar met de mededeling van de pop dat ze door het reizen veranderd was. Wat volgt is een soort detectiveverhaal waarin de Moor het park bezoekt (dat voor de zieke Kafka veel te ver lag om er elke dag naartoe te wandelen) en de latere aangepaste versies van het verhaal van Dora bestudeert, om dan te besluiten dat ‘we’ (Piet de Moor en alle andere zoekers naar de authenticiteit van het verhaal van de pop) ‘in een doolhof [zijn] beland’.

Intussen gaat het met Kafka en Dora van kwaad naar erger. Ze hebben nauwelijks geld voor voedsel, kleding en de huur, ze hebben honger en kunnen de medicamenten en doktersbezoeken voor Franz niet betalen. Ook de verkoop van zijn boeken vlot niet en zijn uitgever Kurt Wolff laat hem uiteindelijk in de steek. Even schijnt er nog licht als uitgever Die Schmiede hem betaalt voor de publicatie van enkele van zijn verhalen. ‘Maar het is te laat', schrijft de Moor. ‘Hij krijgt de kans niet meer om zijn vader, Dora, zijn familie en de wereld te bewijzen dat hij met schrijven en publiceren een onafhankelijk bestaan kan opbouwen.’ Kafka is doodziek. Op 17 maart 1924 keert hij terug naar zijn ouders, verliest zijn stem en wordt opgenomen in diverse sanatoria. ‘Hoe ouder de mens wordt, hoe breder zijn horizon. De levensmogelijkheden daarentegen worden kleiner en kleiner. Tenslotte blijft er alleen nog één keer opzien, één keer uitademen. De mens overziet in dat ogenblik waarschijnlijk zijn hele leven. Voor het eerst... en voor het laatst,’ aldus Kafka. Hij sterft op 3 juni 1924. Op de vraag wat er van de wereld waarin Kafka leefde overgebleven is, besluit de Moor met een verpletterend ‘vrijwel niets’. ‘De nazi’s hebben de Europese Joden, onder wie Kafka’s zussen, vermoord. (…) Zijn wereld bestaat niet meer. Alleen zijn taal leeft nog.’

Piet de Moor schreef Met Kafka in Berlijn een bijzonder boek. Het ligt in de lijn van zijn onvolprezen Schemerland. Stemmen uit Midden-Europa en het fascinerende Berlijn, leven in een gespleten stad waarin hij de onvoorstelbare catastrofe die de nazi’s hebben aangericht, zo indringend beschrijft. De Moors eruditie, oog voor detail en soms bijtende spot maken zijn boeken zo aantrekkelijk. Zo stapt de lezer mee in zijn voetsporen als hij in de straten van de Berlijnse buitenwijken op zoek gaat naar sporen van Kafka’s aanwezigheid in de stad. Op een door wind en regen vervaagde plaquette na, is hij zo goed als uitgewist. Maar de boodschap van Kafka over de verplettering van het individu door steeds ondoorgrondelijker en machtiger krachten van de maatschappij, blijft brandend actueel. Wie geen zin heeft om de ruim tweeduizend bladzijden tellende Kafka-trilogie van Reiner Stach te lezen, kan best dit kleinood kopen.

 

Piet de Moor, Met Kafka in Berlijn, Pelckmans, 2024

Recensie door Dirk Verhofstadt

[1] Franz Kafka, Brief an den Vater, Fischer Taschenbuch, (1919) 1999.

Print Friendly and PDF
Zeven dieren bijten terug – Frank Westerman

Zeven dieren bijten terug – Frank Westerman

De ontdekking van de wereld - Peter Venmans

De ontdekking van de wereld - Peter Venmans